Het geheime ingrediënt
Deze avond keek
ik Kung Fu Panda met mijn zoon. Hij kent de film zo ongeveer van buiten,
maar het was lang geleden en wat doet een mens op een donkere, regenachtige
avond… Zelf had ik de film slechts één keer gezien. Hij riep me bij zich voor
een grappige scène, en anderhalf uur later zat ik nog steeds naast hem, terwijl
ik smalend naar de ondertiteling keek.
De moraal van
deze tekenfilm had me getroffen: het geheime ingrediënt. Dat geheime ingrediënt
dat iemand tot een succes maakt. Tot een strijder. Na een harde training
ontving panda de rol met dat gegeerde geheim van zijn meester, maar… de rol was
leeg. Er stond niets op. Panda keerde terug naar zijn dorp, om weer noedels te
bereiden met zijn vader. Als zijn vader vertelt dat het geheime ingrediënt van
de noedelssoep is dat er geen geheim ingrediënt is, begrijpt panda het. Je moet
erin geloven. In wat je doet, in wie je bent. Het geheim ingrediënt is geloven
met overgave. Hij keert terug, verslaat de vijand en wordt geprezen als ware
krijger. Die vreemde schildpad die de voorspelling deed had dan toch gelijk.
Hoeveel mensen
kijken vandaag in de spiegel en geloven niet in zichzelf? Weten niet wie ze
zijn, welke speciale talenten ze hebben of wat hun missie is. Of zoeken het te
ver. Zoeken aansluiting bij groeperingen, organisaties allerhande, om een
identiteit te krijgen, en antwoorden op hun vragen. Dat kan handig zijn als
hulpmiddel, maar het essentiële element is precies wat er op de rol stond: je
spiegelbeeld. Als je jezelf meeneemt in alles wat je doet, je echte diepe zelf,
diegene die jij vanbinnen werkelijk bent en waarbij je voelt dat alles juist
zit, word je een ware krijger.